Letselschade-uitkering valt in box 3

De rendementsgrondslag van box 3 bestaat uit de waarde van de bezittingen verminderd met de waarde van de schulden. Letselschade-uitkeringen zijn niet vrijgesteld van belastingheffing in box 3. Daar is bij de invoering van de Wet IB 2001 bewust voor gekozen door het rendement van het vermogen te belasten en niet het vermogen zelf. 

Een belastingplichtige bestreed de aan hem opgelegde aanslag inkomstenbelasting voor zover deze betrekking had op de aan hem uitgekeerde letselschade-uitkering. Hij meende dat het gelijkheidsbeginsel is geschonden. Vergoedingen voor asbestslachtoffers en letselschade-uitkeringen aan slachtoffers en nabestaanden van de rampen met de MH17 en in Volendam en Enschede zijn volgens de belanghebbende vrijgesteld van belastingheffing in box 3.

Hof Den Bosch is van oordeel dat slachtoffers van de blootstelling aan asbest, de Volendamramp en de Enschederamp in beginsel vergelijkbaar zijn met de belanghebbende in deze procedure. Er is volgens het hof van een begunstigende behandeling van die slachtoffers geen sprake. Ten aanzien van asbestslachtoffers heeft de staatssecretaris een standpunt ingenomen over de heffing in box 1. Letselschade-uitkeringen die zijn uitgekeerd aan slachtoffers van de Volendamramp worden in de rendementsgrondslag van box 3 betrokken. Dat geldt ook voor uitkeringen, die nabestaanden van de MH17-ramp hebben ontvangen, voor zover deze op een waardepeildatum in hun bezit zijn. De enige uitzondering waarvoor de staatssecretaris een goedkeuring heeft verleend, betreft de aanspraak die weduwen en (half)wezen als gevolg van de Enschede-ramp hebben in de vorm van een voorschot op basis van een bepaalde regeling. De omvang of waarde van die aanspraak is, gelet op de vaststelling volgens die regeling, nog niet vast te stellen. Bij de belanghebbende speelt die uitzonderlijke situatie niet omdat de omvang en waarde van zijn vergoeding wel vaststaan.

Het hof heeft het beroep op schending van het gelijkheidsbeginsel afgewezen.