Rechtbank stelt vervreemdingsvoordeel aanmerkelijk belang op nihil

Inkomen uit aanmerkelijk belang bestaat onder meer uit de voordelen, die worden behaald bij de vervreemding van aandelen die tot het aanmerkelijk belang horen. Het begrip vervreemding van aandelen omvat ook het betaalbaar stellen van een liquidatie-uitkering en het niet langer aanwezig zijn van een aanmerkelijk belang.

De Belastingdienst heeft bij het opleggen van de aanslag inkomstenbelasting 2018 van een aanmerkelijkbelanghouder een vervreemdingsvoordeel in aanmerking genomen. De bv is in dat jaar door de Kamer van Koophandel ontbonden. De aanmerkelijkbelanghouder had een belang van 49% in de bv. Sinds 2013 was hij geen bestuurder meer van de bv, die sindsdien geen activiteiten meer verrichtte. De medeaandeelhouder, tevens enig bestuurder van de bv, was niet bereid om informatie te verschaffen over het reilen en zeilen van de bv.

De Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft de aanslag op dit punt gecorrigeerd. Volgens de rechtbank is sprake van een vervreemding omdat de aanmerkelijkbelanghouder door de liquidatie van de bv niet langer een aanmerkelijk belang heeft. Het vervreemdingsvoordeel is de overdrachtsprijs minus de verkrijgingsprijs. Bij het ontbreken van een tegenprestatie wordt de overdrachtsprijs gesteld op de waarde in het economische verkeer. Dat is het bedrag dat een derde voor het aandelenbelang van belanghebbende in de bv zou betalen. Anders dan de inspecteur stelt, is dat niet zonder meer een evenredig deel van het vermogen van de bv. Een potentiële koper van de aandelen zal rekening houden met het gegeven dat de aanmerkelijkbelanghouder geen zeggenschap heeft over het vermogen in de bv. Gelet op de omstandigheden verwacht de rechtbank niet dat er een potentiële koper te vinden is. Mocht dat het geval zijn, dan zal die koper incalculeren dat hij procedures zal moeten voeren om geld van de bv te vorderen, met alle kosten en een onzekere uitkomst van dien. De rechtbank acht bewezen dat de waarde in het economische verkeer van het aandelenbelang niet hoger is dan de verkrijgingsprijs daarvan. Dat betekent dat het vervreemdingsvoordeel nihil bedraagt.