De bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet (BOR) stelt de schenking of erfrechtelijke verkrijging van ondernemingsvermogen onder voorwaarden grotendeels vrij.

In antwoord op vragen van de Eerste Kamer zegt de staatssecretaris van Financiën dat hij betwijfelt of de constructies rollatorinvesteringen en dubbel-BOR kunnen worden bestreden met een beroep op fraus legis. Het leerstuk van fraus legis functioneert als een vangnet wanneer sprake is van een vorm van belastingontwijking, waarop niet geanticipeerd is in de belastingwetgeving. Voor de toepassing van fraus legis is van belang dat de belastingplichtige het motief heeft om belasting te verijdelen, in strijd met doel en strekking van de wet.

Belastingplichtige hebben in beginsel de vrijheid om voor de fiscaal minst bezwarende weg te kiezen. Die vrijheid wordt overschreden als met het oogmerk van belastingontwijking wordt gekozen voor een weg waarbij doel en strekking van de wet zouden worden miskend als deze tot het nagestreefde resultaat zou leiden. De BOR biedt geen aanknopingspunt om de miskenning van doel en strekking van de wet eenvoudig te kunnen afleiden. Daarmee is de uitkomst van een beroep op fraus legis in de genoemde situaties onvoorspelbaar.