header

Box III heffing buitenlandse vakantiewoning, ieder huisje heeft zijn kruisje?

22-05-2018
1

Box III heffing buitenlandse vakantiewoning, ieder huisje heeft zijn kruisje?

Per 1 januari 2017 geldt een nieuwe regeling voor de vermogensrendementsheffing in Box III. Deze nieuwe regeling blijkt echter ongewenste nadelige effecten te hebben voor particulieren met een tweede woning (zoals een vakantiehuis) in het buitenland. Inmiddels zijn flink wat aangiften inkomstenbelasting 2017 ingediend, en nu wordt de financiële impact van deze misser in de fiscale wetgeving steeds duidelijker.

Wat is de situatie? Op grond van de internationale belastingregels geldt dat het enige land dat belasting mag heffen over de buitenlandse woning, het land is waar de woning is gelegen. Als voorbeeld, wanneer u een tweede woning bezit in Spanje, zou dus op grond van het internationale belastingrecht alleen Spanje belasting mogen heffen over deze woning. In Nederland gold in dit verband tot 1 januari 2017 dan ook een volledige vrijstelling voor de woning in Box III, waardoor u in Nederland over de waarde van de woning geen inkomstenbelasting in Box III was verschuldigd.

Vanaf 1 januari 2017 is de vermogensrendementsheffing in Box III echter gewijzigd van een vast tarief van (per saldo) 1,2% naar een progressief/variabel tarief van (per saldo) 0,6% tot 1,61%, dit afhankelijk van de hoogte van uw vermogen. Het vervelende is echter dat de vrijstelling voor uw buitenlandse woning vanaf 1 januari 2017 feitelijk wordt berekend over het gemiddelde (dus lagere) belastingtarief, terwijl over de top van het vermogen het maximale tarief van (per saldo) 1,61% is verschuldigd.

Een rekenvoorbeeld:

  • Totaal vermogen € 2.000.000 waartoe een buitenlandse woning van € 800.000 behoort;
  • Verschuldigde Box III heffing over totale vermogen € 28.212;
  • Vrijstelling voor buitenlandse woning € 11.284 (o.b.v. gemiddelde tarief);
  • Per saldo verschuldigde belasting volgens de nieuwe regels € 16.928;
  • Per saldo verschuldigde belasting volgens de oude regels (100% vrijstelling)       
    € 15.299.

Het jaarlijkse nadeel bedraagt in dit geval dus ruim € 1.629 (€ 16.928 minus
€ 15.299). Nederland heft hier ten onrechte belasting over een vermogensbestanddeel wat op grond van het internationale verdragenrecht volledig wordt toegewezen aan het land waar de woning is gelegen. Dit resulteert dan ook in dubbele belastingheffing over hetzelfde vermogensbestanddeel en dat is in strijd met de uitgangspunten die aan de internationale belastingregels ten grondslag liggen.

Wat nu te doen? De Belastingdienst kent de uitkomst van deze rekenexercitie maar heeft aangegeven er (vooralsnog) niets mee te doen.

Ons advies is in ieder geval om na ontvangst bezwaar te maken tegen de definitieve aanslag inkomstenbelasting 2017 (uiterlijk binnen 6 weken na dagtekening van de aanslag) om daarmee uw rechten veilig te stellen. Of de uitwerking van de nieuwe regeling in lijn is met de internationale afspraken kan dan te zijner tijd in ieder geval door de belastingrechter worden getoetst.

Vanzelfsprekend kunt u contact met ons opnemen om in voorkomende gevallen een bezwaarschrift voor u in te dienen.

Stel een vraag: 

495/566
1

Box III heffing buitenlandse vakantiewoning, ieder huisje heeft zijn kruisje?

Box III heffing buitenlandse vakantiewoning, ieder huisje heeft zijn kruisje?
495/566