header

Bewijslast privégebruik auto van de zaak

07-03-2017
auto

Bewijslast privégebruik auto van de zaak

Voor de controle van rittenadministraties in het kader van de beoordeling of een auto van de zaak ook voor privédoeleinden is gebruikt mag de Belastingdienst geen gebruik maken van gegevens van snelwegcamera’s met nummerplaatherkenning. Door gebruik van deze beelden vindt inmenging plaats in de persoonlijke levenssfeer van de gebruiker van de auto. De Hoge Raad besliste op 24 februari 2017 dat voor deze inmenging onvoldoende wettelijke grondslag bestaat.

De procedures
De procedures bij de Hoge Raad betreffen drie werknemers met een auto van de zaak. De werknemers stellen dat het privégebruik van de auto onder de 500 kilometer per jaar is gebleven. Hierdoor zou geen bijtelling bij het loon dienen plaats te vinden wegens mogelijk privégebruik van de auto’s. De werknemers overlegden aan de Belastingdienst rittenadministraties waaruit zou moeten blijken dat het privégebruik inderdaad minder dan 500 kilometer per jaar zou zijn. De Belastingdienst verwierp deze rittenadministraties omdat gebleken zou zijn dat de auto’s waren gesignaleerd op plekken die niet overeen kwamen met de gegevens in de rittenadministraties. De Belastingdienst stelde deze lacunes in de rittenadministraties vast aan de hand van foto’s die zijn gemaakt door snelwegcamera’s met een automatische nummerplaatherkenning (Automatic Number Plate Recognition).

De uitkomst
De Hoge Raad stelt vast dat de hoofdregel is dat iedereen, behoudens bij de wet te stellen beperkingen, recht heeft op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer. Dit betekent dat een inmenging in de persoonlijke levenssfeer moet berusten op een wettelijk voorschrift welk voorschrift naar behoren bekend is gemaakt. De Hoge Raad meent dat door gebruik te maken van snelwegcamera’s met nummerplaatherkenning sprake is van het systematisch verzamelen, vastleggen, bewerken en jarenlang bewaren van gegevens over de bewegingen van voertuigen op diverse plaatsen in Nederland. Een voldoende wettelijk grondslag die hiervoor is vereist ontbreekt in de visie van de Hoge Raad. Het is daarbij niet van belang of de met behulp van de snelwegcamera’s vastgelegde gegevens met of zonder tussenkomst van de Korps Landelijke Politiediensten zijn verkregen.

Belang voor de praktijk
De onderhavige uitspraak is van belang voor werknemers met een auto van de zaak die beschikken over een zogenaamde “Verklaring geen privégebruik" en van wie de rittenadministratie wordt beoordeeld door de Belastingdienst. De Belastingdienst maakt bij de beoordeling van de rittenadministratie gebruik van diverse aan hem ter beschikking gestelde gegevens. De gegevens die verkregen zijn aan de hand van de automatische nummerplaatherkenning mogen echter niet meer worden gebruikt om te beoordelen of een ter beschikking gestelde auto meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden is gebruikt.

Stel een vraag: 

545/566
auto

Bewijslast privégebruik auto van de zaak

Bewijslast privégebruik auto van de zaak
545/566